De assistente, die net haar werkdag begon, opperde een onorthodoxe oplossing: mond op snavelbeademing… Mijn man, tenslotte dokter, nam deze taak met lichte tegenzin op zich. De parkiet, je raadt het misschien al, hij heette Twinkel, had een kortstondige en krachtige opleving om vervolgens met grote bellen uit zijn snaveltje dramatisch dood te gaan.
Een dode parkiet, dat kwam me deze ochtend al helemaal niet uit. Ik moest om 9 uur verzamelen voor een ver hockeytoernooi. Choices in life….je kunt de onthutste kinderschare bij dit grote kleine leed natuurlijk niet zomaar bij school droppen. We deden de parkiet met een kleine ceremonie in een mooie schoenendoos en ik beloofde plechtig dat hij in de avond een mooi plekje in de tuin zou krijgen en bracht de kinderen met spoed naar school.
Na alle juffen te hebben ingelicht reed ik licht balend in mijn eigen auto naar het verre hockey toernooi. ’s Avonds hebben we Twinkel een mooi afscheid bezorgd met bloempjes en briefjes op het grafje.
Bij het naar bed gaan vroeg onze dochter (toch wel geplaagd door enig schuldgevoel over de verzorging de laatste tijd) Mam, waarom is nu Twinkel doodgegaan? Ik antwoordde Twinkel moest eerst doodgaan om te beseffen hoeveel je om hem gaf!
Nawoord
Tot mijn grote schrik bleek enige weken later dat onze hoogbejaarde dierbare tuinman, niet gehinderd door enige kennis van het klein leed dat zich in ons gezin voltrokken had, per ongeluk het grafje compleet weggeschoffeld had.
De reactie van de kinderen viel me reuze mee. Op het raam, de straatkant (!) bleek al een tijdje een briefje te hangen: Pap, Mam! Mogen wij please weer een hond?
Twinkel, de kleine parkiet werd naamgever van mijn coachingbedrijf en leeft nog altijd voort…